2017.0300a
Archeologisch rapport: Een verdwenen claustraal huis - Onderzoek op het Domplein
Hieruit een gedeelte van blz. 13 en 14.



Verder werden bij dit onderzoek [Van Giffen, 1949] verschillende tufstenen en bakstenen muren aangetroffen van een claustraal huis van het kapittel van de Dom. Het claustrale huis Achter de Dom 2-4 lag circa 8 m naar voren ten opzichten van de rooilijn van de huizen Achter de Dom. Hierbij was voor de westgevel van het huis gebruik gemaakt van de castellummuur. De bovenste bewaarde laag van de castellummuur, die eveneens uit tufsteenblokken bestaat, is onregelmatiger van samenstelling en is post-Romeins. De bovenste laag tufsteenblokken is onderdeel van de vroegmiddeleeuwse herstelwerkzaamheden van de castellummuur of van het claustrale huis Achter de Dom 2-4. Bij een verbouwing van het naastgelegen claustrale hoekhuis uit 1879 Domstraat 8 werd in 1982 een bouwhistorisch onderzoek uitgevoerd. De middeleeuwse achtermuur van dat huis bleek tot 1 meter boven de vloer uit massief tufsteen te bestaan en oorspronkelijk bij (het zijhuis van) het genoemde claustrale huis Achter de Dom 2-4 te hebben behoord. Deze achtermuur ligt in het verlengde van de in 1949 door Van Giffen aangetroffen muur en stond eveneens op de castellummuur. Vermoedelijk is aanvankelijk de castellummuur zelf tot op zekere hoogte gebruikt voor de westgevel van het huis, gezien het bewaard gebleven tufstenen deel van de muur in Domstraat 8.






Op basis van het bouwhistorisch onderzoek en de bewaard gebleven restanten kan geconcludeerd worden dat het huis Achter de Dom 2 kort na het midden van de elfde eeuw is gebouwd of mogelijk net in de twaalfde eeuw. In ieder geval pas nadat het immuniteitsterrein rond 1050 tot buiten de castellummuur was uitgebreid. Vervolgens hebben er verschillende verbouwingen plaatsgevonden. Bij het metselen van de muren werd ook in het begin van de dertiende eeuw gebruik gemaakt van een soort kistwerkconstructie, waarbij de buitenzijde netjes werd gemetseld en het binnenwerk bestond uit baksteen en tufsteenbrokken met mortel. Om het huis er toch statig te laten uitzien, werden de reuzenmoppen aan de buitenzijde bekleed met tufsteenblokken. Het huis werd omstreeks 1864 verbouwd waarbij de gevel verloren ging maar de oorspronkelijke indeling behouden bleef. Dit valt op te maken uit oude foto’s waarop de positie van de ramen en de hoogte van de verdieping zijn af te leiden. Bekend is dat het oude huis een trapgevel had die geheel of gedeeltelijk met tufsteen bekleed was. Tussen twee grote kloosterkozijnen op de zolderverdieping zat een gebeeldhouwde nis met baldakijn voor een heiligenbeeld, terwijl pinakels de hoeken en de top accentueerden.